Social
Al in 1918 tijdens het eerste RSC lustrum werd gesproken over het gemis van een Rotterdamse studenten roeivereniging. Eind november 1922 werd de Voorlopige Roeicommissie een permanent orgaan. Op 22 oktober benoemt de Senaat de Commissie tot Oprichting van een Roeivereniging. Op 18 maart 1926 wordt de ‘Roeivereeniging door den Senaat als ondervereeniging van het R.S.C. geïnstalleerd’. In mei 1926 begon het afroeien van een twintigtal leden. Eind oktober 1926 werd de Rotterdamsche Studenten Roeivereniging tijdens een ALV geïnstalleerd.
Op 28 oktober 1928 was het zover: de oprichting van een studenten roeivereniging in Rotterdam, de R.S.R.V. “Skadi”. In 1928 bestonden er zes (corporale) studentenverenigingen, allen met een naam afgeleid uit ofwel de Griekse mythologie ofwel de Noorse mythologie. Waarschijnlijk werd er om die reden besloten de in 1926 opgerichte Rotterdamsche studentenroeivereniging ook een naam uit de mythologie te geven. De reden om “Skadi” te kiezen, ligt in het feit dat zij een lange speer, boog en pijlen hanteert voor de jacht in de winterkou van de bergen en waarbij die worden afgebeeld in het wit en groen: De Rotterdamse kleuren.
De leden van Skadi konden niet onder eigen naam en vlag uitkomen. Hier kwam op 18 augustus 1946 verandering in toen Skadi lid werd van de Nederlandse Roeibond, voorgesteld door K.R.&Z.V. De Maas en de LS.R.V. Njord. Na eerst bij de roeivereniging “De Maas” ingewoond te hebben, werd op 24 september 1949 een eigen loods betrokken, opdat er toen een geheel zelfstandig beleid kon
worden gevoerd.
Op 17 november 1962 werd Skadi erkend bij de KNSRB. Dit betekende dat Skadi mocht meedoen aan de ‘De Oude Vier’ op de Varsity. Het lidmaatschap bij de KNSRB zou van onze roeiers een hoger technisch niveau en lichamelijke conditie eisen. Het zorgde tevens voor veel geestdrift bij de leden, de leden van ‘Oud-Skadi’ en het Corps. Bovendien zouden de Skadi lustrumwedstrijden op 6 en 7 juli 1963 tonen dat onze vereniging echt volwaardig was. In 1981 werd de eerste Varsity overwinning dan ook behaald.
De R.V.S.V. Phecda, welke, hoewel feitelijk al omstreeks in 1940 begonnen, was pas in 1967 officieel opgericht. Ongeveer in 1945 is de naam Phecda bedacht: kleinste ster van de Grote Beer, omdat Phecda de kleinste was van de zeven vrouwelijke studentenverenigingen. Na enige jaren van bloei is ze echter stilzwijgend in Skadi opgegaan.
Ondertussen was er in 1961 de A.R.S.R. & Z. Hades opgericht, een studentenroeivereniging, die zijn bestaansrecht ontleende aan het feit dat bij Skadi niet-corporale leden niet mochten deelnemen aan het wedstrijdroeien. Hades logeerde bij vereniging Nautilus, doch had zij daar al spoedig te kampen met gebrek aan ruimte. Onmiddellijk na de oprichting kwam een grote aanvloed van leden. Deze was mede gestimuleerd doordat er reeds eerder, op kleinere schaal, binnen de verschillende studentenverenigingen groeperingen van aanhangers van de roeisport ontstaan waren. De leden van deze groeperingen meldden zich spontaan aan voor het lidmaatschap van het nieuwe Hades.
In 1968 gingen de drie verenigingen onder één dak verder aan de Noorderkanaalweg, doch wel met duidelijke grenzen. Ondanks de oorspronkelijke grote rivaliteit bleek hier ‘eendracht maakt macht’ zodat in 1976 beide verenigingen fuseerderen tot de Algemene Rotterdamse Studenten Roeivereniging “Skadi”, met de naam van Skadi en de kleuren van Hades.